Bjorn-n.reismee.nl

Let's go East! deel 3 (Slovenië & Italië)

Ljubljana. Maribor, Bled, Skofia Loka, Postojna, Koper (Slovenië) & Trieste (Italië)

Om het af te leren begon afgelopen donderdag het derde en (voorlopig) laatste deel van de Erasmustripjes. Net zoals de voorgaande twee vakantie besloten we enkele dagen van te voren dat het wel een leuk idee zou zijn om een rondreis per auto door Slovenië te maken. Een paar dagen later werd de motor van de enorme Ford transit bestelbus gestart en zetten we met z’n achten koers richting Slovenië. Na een korte kennismaking met de Hongaarse politie en Sloveense douanebeambten, maakten we een stop in Europese Cultuurhoofdstad 2012 en tweede stad van Slovenië; Maribor. Het stedelijke hebben we niet echt kunnen ontdekken, maar als dorp was het zeker bezienswaardig. Een uurtje later arriveerden we in Ljublijana en was het even wennen aan de West-Europese prijzen die we ook echt in Euro’s moesten betalen. Ondanks dat we ons in de hoofdstad van het land bevonden was het centrum niet heel groot en was er vrijwel niemand op straat, waardoor we de rest van de avond het hele centrum voor ons zelf hadden.

Hetzelfde overkwam ons de volgende dag in Bled. Het dorpje en alpenmeertje lagen er verlaten, maar daarom niet minder mooi bij. Na een stevige wandeltocht om het hele meer heen was onze volgende stop de lokale Lidl. Als een stel hysterische kleuters in een snoepzaak renden we door de winkel heen, terwijl we onze mandjes volgooiden met lekkere en goedkope spullen. Ondanks dat de horeca in Boedapest echt goedkoop is, kan ik nog niet echt wennen aan de Hongaarse supermarkten. Naast het feit dat de winkels niet bepaald uitpuilen van de lekkere dingen zijn ze ook best duur. Zelfs bij de Aldi verkopen ze nauwelijks producten die minder dan een euro kosten. Na een uitgebreide picknick in de mega bus, vertrokken we weer richting Ljubljana. Ondanks dat het inmiddels donker was, besloten we nog onderweg nog een willekeurige plaats te bezoeken. Na een blik op de kaart kozen we voor het stadje ‘Skofia Loka’ zonder enig idee te hebben waar we zouden belanden. Uiteindelijk bleek het een prima keus en kwamen in een schattig middeleeuws stadje terecht. ’s Avonds laat vonden we eindelijk iets wat op bruisend stadsleven leek. Na tips van andere mensen uit het hostel bezochten we het uitgaansgebied Metelkova. Het is een groot oud kazernecomplex uit de tijd van de Balkanoorlogen en is omgevormd tot een alternatief cultuurterein met bijzondere clubs en cafés. Ondanks dat de volgende ochtend een lange stadswandeling gepland stond, zijn we lang blijven plakken en hebben ons er uitstekend vermaakt.

Tijdens de wandeltocht bleek opnieuw dat het gezegde ‘klein maar fijn’ helemaal op Ljubljana van toepassing is. Het is geen bruisende grote stad zoals Boedapest, maar wel heel mooi en relaxed wat juist even fijn was. Na de stadswandeling en ons in de landelijke demonstratie tegen de bezuinigingen gemengd te hebben, verruilden we de stad voor de grotten van Postojna. Met een mijnwerkerstreintje werden we de berg ingereden naar een indrukwekkend grottencomplex. Omdat de groep voor de Duitstalige rondleiding zo klein was kregen we er nog gratis 50 japanners bij. De gids bleek ook Nederlands te spreken en ging zo op in zijn gesprek over de Nederlandse onderwereld dat hij al snel de 10 Duitsers en 50 Japanners achter ons een beetje verwaarloosde. Na de grotten reden we door naar de kust waar we een nachtje in Koper verbleven. De volgende ochtend verlieten we Slovenië en staken we de grens over naar Italië. In Trieste hebben de hele dag vooral besteed aan het zoeken naar een parkeerplaats, wandelen en natuurlijk pizza en ijs eten. Moe maar voldaan lieten we Trieste ‘a avonds achter ons op weg terug naar Boedapest.

Back in Budapest

Aan al het reizen is nu (waarschijnlijk voorlopig) even een einde gekomen. Mijn koffertje begint ernstige slijtageverschijnselen te vertonen en er moet toch ook nog even gestudeerd worden. Tijdens het posten van dit verslag zag ik dat ik sinds de introductie tijd eigenlijk niets meer van me heb laten horen. Ik kan de extra vrije tijd nu dus goed besteden aan het schrijven van een verslagje van wat ik de afgelopen maanden nou in Boedapest zelf gedaan heb. Maar voor nu lijkt dit me wel weer even meer dan genoeg tekst ;)

Groetjes aan iedereen!

Björn

Let's go East! deel 2 (Oekraïne & Polen)

Lviv (Oekraïne) & Krakow (Polen)

In Boedapest had ik vervolgens maar een paar daagjes om weer bij te komen en te beslissen waar de volgende trip naar toe zou gaan. Na twee lesdagen op woensdag en donderdag was het vrijdag alweer vakantie en die duurde dit keer een hele week. Al gauw leek het ons een goed idee om het avontuur wat verder oostwaarts op te zoeken en al snel viel de keuze op Oekraïne. Maandagavond was het gelijk zover en stapten we met kilo’s brood, chips, snoep geheel voorbereid op de trein richting Lviv. Gelijk op het treinstation in Budapest werden we al geconfronteerd met het kleine taalprobleem voor reizen naar Oekraïne…. Ondanks dat wij gezamenlijk 8 talen spreken bleken handen en voeten de enige manier om met het treinpersoneel te communiceren. Vooral toen de conductrice er in haar roze trainingspak met onze tickets vandoor ging en wij er nog niet geheel zeker van waren of zij daadwerkelijk tot het personeel behoorde, was het even spannend. Gelukkig kwam ze al gauw weer tevoorschijn en installeerde ons in onze zeer comfortabele 2 persoonscabines. Met een beetje proppen pasten we er ook met z’n viertjes in waarna de kaarten en voedselvoorraad al snel tevoorschijn kwamen. Na een paar uurtjes hielden we het voor gezien en besloten we de rest van de reis al slapend te vervolgen. Na een korte paspoort check en drie uur lang heen en weer reiden op de grensemplacement kwamen we de volgende ochtend aan in Lviv! Eenmaal uit de trein werden we begroet door een frisse -2 graden maximumtempratuur en leek de 25 graden van een week gelden in Servië en Roemenië heeeel ver weg. Maar we hebben ons niet door de kou laten weerhouden en sloten ons al snel aan bij een Engelstalige tour door de stad heen. Daarbij was het vooral grappig te zien dat wij als toeristen ook een bezienswaardigheid op zich werden en bij iedere voorbijganger wel een verbaasde blik opriepen. Ook lieten zowel onze gids als het personeel van de touristinfo ons weten zeer vereerd te zijn met ons bezoek. Dat is toch weer wat anders dan het dringen tussen de hordes toeristen bij een normale stedentrip. Na een hoognodige opwarmsessie en het nodige dwalen door de stad begon de vermoeidheid toch toe te slaan. Na een drankje tussen de Oekraïners hielden we het voor gezien en doken we onze warme bedjes in.

Dat was maar goed ook, want de volgende dag stonden ons voldoende avonturen te wachten. Omdat we toch een hele week de tijd hadden en het avontuurlijke gehalte van de treinreis binnen de perken was gebleven, trokken we naar het Oekraïense platteland. Bewapend met een papiertje met de Oekraïense woorden voor ‘trein, bus, halte, Lviv en studentenkorting’ in cyrillisch schrift togen we naar het busstation aan de rand van de stad om op de bus richting ??????? (Olesko) te stappen. Eigenlijk moet ik met de Marshrutka zeggen, want een bus kun je het niet echt noemen. Deze groot uitgevallen bestelwagens hebben een vast start- en eindpunt, maar vaste route of rijtijden ontbreken. Eenmaal aangekomen in Olesko bevonden we ons al enigszins aan het einde van de wereld . Ondanks dat het dorpje niet veel meer voorstelde dan twee kerken, een kasteel en wat huizen hebben wij ons (mede dankzij de speeltuin en het moerasje) een paar uur prima vermaakt. De volgende stop was ???????????? ????? (Pidhirtsi Castle), een vervallen spookslot dat letterlijk en figuurlijk van ellende in elkaar stort. Wat we echter niet wisten, was dat het kasteel ook helemaal in de middel of no where lag. We hadden de buschauffeur in Olesko duidelijk kunnen maken ons er in Pidhirtsi eruit te gooien. Al na een kleine tien minuten stopte de chauffeur maakte drukke handgebaren naar rechts, waarna hij ons (in het Oekraïens) vertelde dat het nog 3 kilometer lopen was naar het kasteel. En daar op een heuvel aan de horizon vertoonden zich inderdaad de contouren van iets wat op het kasteel in kwestie leek. Helaas was er geen normale weg waardoor wij door akkers en velden richting het kasteel in de verte trokken. Daarbij kwamen we eerst in een dorpje terecht waar schoffels en harken nog steeds het voornaamste landbouwwerktuig waren en op de onverharde wegen het dagelijks verkeer voornamelijk uit loslopende geiten bestond. Vanaf het dorpje bleven we in de richting van het kasteel lopen, maar eenmaal aan de voet van de heuvel bleken er helemaal geen paden meer te zijn. Na eerst zelf een pad naar de top van de heuvel gecreëerd te hebben, betraden we vervolgens geheel in stijl het kasteelterrein door een gat in het hek. Drie rondjes rond het kasteel en honderden foto’s later werd onze hele survivaltocht nog een klein beetje spannender. Aan de nadere kant van het kasteel bleek zich zoals verwacht een bushalte te bevinden, maar er was in de verste verte geen bus, auto of ander teken van menselijk leven te ontdekken. Nadat hard uitgelachen te zijn door de enige voorbijkomende mensen toen we naar ‘Autobus Lviv’ vroegen, begonnen we sterk te vermoeden dat die bus nooit meer zou komen. Bijkomend probleem was het feit dat het inmiddels aardig donker begon te worden, waardoor het terugvinden van de zojuist door ons aangelegde weg geen optie meer was. Dus stel je voor; je staat in het donker, in de vrieskou midden op het Oekraïense platteland voor een spookkasteel. Terwijl je kijkt naar de lange rechte weg voor je, waar op dat moment alleen drie ganzen je al kwakend voorbij lopen, besef je je dat er in de omgeving geen teken van menselijk leven meer is, je in het geval van menselijk leven er hoogstwaarschijnlijk niet mee kunt communiceren en je net je laatste koekje hebt opgegeten….. Tja… dan zit er niets anders op dan maar te gaan lopen. En dat hebben we dan ook maar gedaan. Onderweg stuitten we op een eenzame boer die in het donker stond te wachten. Na wat handen- en voetenwerk in combinatie met ons schriftje met de woorden ‘bus, Lviv en vandaag’ in het cyrillisch concludeerden we zelf dat de man ook op een bus stond te wachtten en dat we dezelfde bus konden nemen tot de snelweg tussen Lviv en Kiev. Gelukkig bleek onze conclusie juist en werden door de bus meegenomen tot de grote weg. Daar konden we binnen een half uur overstappen op een warm busje met eindbestemming Lviv. In de bus waande ik me nog even midden in een russenfilmpje op Dumpert. Terwijl de buschauffeur fulltime bezig was om spookrijders, onverlichte fietsers en vooral de gaten in de weg te ontwijken, kreeg een van de (straalbezopen) medepassagiers het voor elkaar om vanuit zijn stoel op z’n kop in het gangpad terecht te komen en door de klap knock out te gaan. Terwijl wij ons geschrokken af vroegen of de jongen nog leefde en afvroegen hoe je iemand in een busje van deze afmetingen in de stabiele zijligging kunt leggen, waren de andere passagiers een stuk minder onder de indruk. Terwijl de buschauffeur überhaupt geen kick gaf, wierpen twee andere passagiers de jongen behendig vanuit het gangpad tussen twee stoelen op de grond. De rest van de bus ging rustig verder waar ze mee bezig waren, of zagen we de humor wel van in. ’S Avonds besloten we na ons plattelandsavontuur ons maar weer even in het stadsleven te storten en het nachtleven van Lviv te verkennen. Het meest noemenswaardig was de ‘verzetsbar’. Na drie keer op een dichte deur te kloppen en de kreet ‘Leve Oekraïne’ te roepen, werden we gezellig onthaald door twee bewapende ‘militairen’ die ons op een welkomsshotje trakteerden en ons de trap naar de kelder wezen. In de kelder was er alles aan gedaan om de sfeer zo echt mogelijk te maken. Dit ging zelf zo ver dat midden op de avond plotseling het personeel verkleed als militairen door de zaak rende om een ‘Russische spion’ op te pakken. Wie denkt dat de hele show voor toeristen werd opgevoerd heeft het mis, want zoals de rest van de dag waren wij de enige toeristen te midden van de Oekraïners.

Wie dacht dat we wel even voldoende bus-avonturen hadden beleefd, heeft het mis want de volgende dag begonnen we alweer aan onze volgende missie. Nadat bleek dat onze reis naar Polen 60 euro zou kosten, stonden we met lichtbeteuterde gezichten in het toeristenbureau. De nog altijd door ons bezoek vereerde medewerkster zag dit en had wel één andere optie voor ons…. Door een combinatie van twee bussen, drie treinen en een oversteek aan de grens per voet zouden we flink goedkoper uit zijn. Daarbij moest ze wel opmerken dat je soms tot drie uur in de kou aan de grens moet wachten en dat het niet echt aan te raden was, als je geen Pools, Oekraïens of Russisch spreekt. Na kort overleg kozen we vanzelfsprekend voor deze tweede optie waarbij de prijs de doorslag gaf. Vlak voor vertrek zorgde een tramconductrice ervoor dat ons verblijf in de stad toch nog met zeker driekwartier werd verlengd. Al bij aankomst in Lviv merkten we dat de conducteur duo’s (bestaande uit een oma in bontjas en militair) het niet zo op het Latijnse schrift hadden en de ISIC internationale studentenkaart niet als internationale studentenkaart accepteerden. Daarbij werd ons ook gelijk duidelijk dat de oma in het gezelschap gevaarlijker was dan de militair. Ook nu was dit het geval, maar de oma in kwestie was een stuk minder ruimdenkend dan de vorige. Voordat we het doorhadden griste ze onze studentenkaarten uit onze hand en weigerde ze terug te geven tenzij wij haar een boete betaalden. Na eerst vastgehouden te worden in de tram, maakten we haar wijs dat we enkel Hongaarse Forinten in onze portemonnees hadden. Nadat we naar het wisselkantoor gesleept werden waar de medewerker het Hongaarse geld niet accepteerde was het intimideren nog niet over. Na twee neptelefoontjes naar de politie van haar kant en een hoop gescheld over en weer in het Oekraïens, Engels, Duits, Nederlands, Portugees en Catalaans zag ze uiteindelijk in dat we nog steeds geen enkele aanstalten maakten om haar ook maar een cent te betalen. Na drie kwartier had ze er eindelijk zelf ook genoeg van en kregen we uiteindelijk toch nog onze studentenkaarten terug. En dat was pas het begin van een lange trip…. De eerste bus bracht ons naar ?????? (Shehyni). Het was inmiddels alweer donker toen we de grens bereikte en vaststelden dat niemand op dit tijdstip van de dag de grens overstak. Volledig ingesteld op lange wachtrijen en zware controles was het bijna een teleurstelling nadat we de eerste grenspost bereikten. Het parcours van hekwerken dat nog veelbelovend begon leidde ons naar twee armoedig in de modder geparkeerde politiebusjes. Nadat een van de agenten in het busje mijn naam had ingetikt op het minilaptopje belanden we bij controle twee waar een duidelijk oververmoeide grenswachter niet eens de moeite deed mijn tas te bekijken. Na een paar minuten onzekerheid in welk land we ons nou bevonden, kwamen we aan op een plek met een bushalte, 2 restaurantjes en een hoop louche types. Zonder twijfel was dit een van de meest nare plaatsen waar ik ooit ben geweest. Na een uurtje wachten waarin we ontdekten dat we toch echt binnen tien minuten de Oekraiens-Poolse grens hadden overgestoken ,namen we de tweede bus van de dag die ons naar Przemysl bracht, waar we aan het gedeelte van de reis per trein begonnen. Na een korte overstap in Rzeszow en eentje in Tarnow bereikten we om 01:30 uur moe maar voldaan Krakau. Behalve het avontuur heeft zich deze optie ook financieel echt geloond want alles bij elkaar waren we 9 euro kwijt voor de reis. Na nog een korte zoektocht naar het hostel en een eerste verkenning van de stad ploften we compleet gebroken in onze bedjes.

De volgende dag in Krakau besloten we het toch wat rustiger aan te doen en ons aan te sluiten bij de gratis tour door de stad. Na alle hoekjes van de stad te hebben gezien en een hoop herinneringen aan mijn vorige bezoekje aan Krakau te hebben opgehaald, zijn we de Joodse wijk ingedoken. Met enige haast moesten we daarna terug richting het grote Marktplein waar om 21:00 uur een kroegentocht zou plaatsvinden. Helaas was er geen teken van een kroegentocht te bekennen wat betekende dat we om 21:00 uur met z’n drietjes op een koud plein stonden. Terug naar het hostel om wat slaap in te gaan halen was ook geen optie, want om twaalf uur was Eloi jarig. Bij gebrek aan alternatieven besloten we vervolgens maar onze eigen kroegentocht te organiseren. Dit kwam er op neer dat we in elke kroeg die we tegen kwamen een drankje moesten bestellen om vervolgens weer door te gaan naar de volgende. Achteraf bleek dit een perfect idee, want 7 of 8 cafés (is nog puntje van discussie) en zes uur verder waarin we amper 100 meter hebben afgelegd, was het tijd om er een eind aan te breien en ons hostel op te zoeken. Eenmaal in het hostel liepen we nog een Hongaar tegen het lijf. Na er achter gekomen te zijn dat we allemaal in Budapest woonden, hij ook op mijn universiteit studeert en we meerdere gemeenschappelijke vrienden bleken te hebben, kwam vol enthousiasme de zelf gebrouwen palinka in een plastic fles tevoorschijn om de avond in stijl af te sluiten.

De volgende dag heb ik dat ook geweten en in de traditie van de breekweek twee jaar gelden een ochtend in de Coffeeheaven naast de stadspoort doorgebracht. De rest zou naar Auschwitz gaan, maar kon geen buskaartjes meer krijgen waardoor mijn rustdagje bruut verstoord werd. In plaats van lekker rustig alleen door de stad te slenteren, werd ik meegesleept naar Nowa Huta, een aparte stad binnen Krakau die volledig is gebouwd volgens Socialistisch gedachtegoed. Na een lange wandeling begonnen we aan een opnieuw aan een tocht langs horecagelegenheden, maar vooral om ons over te geven aan alle door de Polen in Budapest aanbevolen Poolse gerechten, snacks en warme chocolademelk…….. De laatste dag van de vakantie is de rest alsnog naar Auschwitz gegaan waardoor ik een hele dag voor mijzelf had in de stad. Na een korte ontbijtstop in het grote winkelcentrum ben ik gaan lopen, lopen en blijven lopen. Via het hostel van twee jaar geleden, een stoet van kerkgangers, een markt, de universiteitscampus, een stadspark het stadion van Wisla Krakau en een villawijk belandde ik uiteindelijk op een heuvel vol begraafplaatsen aan de rand van de stad. Op de lange hoofdweg was het een drukte van belang van mensen die met de hele familie een bezoek brachten aan een van de begraafplaatsen of gewoon op de heuvel genoten van het mooie herfstweer. Na een tijdje het hele gebeuren geobserveerd te hebben vervolgde ik mijn weg die mij verder voer langs de hele rivier tot aan de Joodse wijk. Vervolgens ben ik al slingerend weer terug gelopen naar het centrum waar ik even de tijd heb genomen om bij te komen van mijn vermoeiende wandeldagje. De terugreis bleek uiteindelijk een stuk onaangenamer dan verwacht. In tegenstelling tot onze prettige nachtrein naar Oekraïne lagen we nu met z’n zessen op ongeveer 2m2 waardoor er geen enkele mogelijkheid was om je te bewegen. Ook waren de bedden zwaar oncomfortabel waardoor slapen niet echt een optie was. Na 10 lange uren kwamen we rond 09:00 uur weer aan in Boedapest. Veel tijd om bij te komen van de lange trip was er niet, want ik had nog diezelfde dag om 12:00 uur op de universiteit verwacht voor mijn colleges. Maar ja, daar ben je ook Erasmus student voor ;)

Let's go East! deel 1 (Servië & Roemenië)

De afgelopen weken heb ik mij dagelijks leventje in Boedapest even achter me gelaten en wat grondiger kennis gemaakt met de rest van Oost-Europa. In een maandje tijd heb ik een hele hoop gezien, gedaan en beleefd. Aangezien ik al enige tijd niets meer van me had laten horen hier een uitgebreid verslag van de afgelopen tijd ;)

Belgrado (Servië) & Timisoara (Roemenië)

Vrijdag 19 oktober brak deel één van de herfstvakantie aan. Op 23 oktober herdenken de Hongaren de opstand van het volk in 1956, die vervolgens bruut door het leger van de Sovjet Unie werd neergeslagen. Dit jaar viel 23 oktober op een dinsdag waardoor we 5 aaneengesloten dagen vrij hadden en het weekend zich daarmee uitstekend leende voor de eerste buitenlandse trip. Oorspronkelijk zouden we met een grote groep auto’s huren en naar Transylvanië reizen. Helaas bleek het hele plan een dag van te voren niet heel goed uitgedacht en viel alles op donderdagavond in duigen. Uiteindelijk trad om 02.00 ’s nachts een spontaan plan B in werking, wat betekende dat ik nog exact 7 uur had om mijn kleding te drogen, tas te pakken, eten te kopen, een ticket te halen en natuurlijk de trein zelf te halen met als eindbestemming; Belgrado! De aankomst verliep uiterst soepel en na het droppen van de bagage in een hostel begonnen we dan ook gelijk aan een tour door de stad. Na een paar uurtjes genieten van een perfecte zomeravond arriveerde een tweede delegatie uit Boedapest waarna we de tour nog eens dunnetjes over hebben gedaan. De volgende ochtend kwam de derde en laatste groep aan waardoor we in totaal met z’n negenen (Nederlands, Duits, Pools, Italiaans en Spaans) de stad verder verkend hebben. Ondanks (of misschien dankzij) het feit dat ik niet een erg positief beeld had van Servië, was Belgrado echt een hele leuke stad. Echt mooi is de stad niet, maar tocht heeft het wel iets. De combinatie van culturen, politieke regimes en het idee dat mijn leeftijdsgenoten er in een oorlogsgebied zijn opgegroeid gaf de stad echt zijn eigen identiteit. ’s Avonds hebben we ook kennisgemaakt met het Servische uitgaansleven wat ons achtereenvolgens in een fruit-biercafé, een Kafana (een minuscule kelderbar met dansen aan de tafels) en een hele vreemde maar vooral hele leuke club. De volgende dag was het alweer tijd om de volgende stad op mijn ‘to visit-lijstje’ af te strepen, maar niet voordat we nog een halve dag terug in de tijd gingen in het tijdens het communisme gebouwde Nieuw-Belgrado.

Nog diezelfde avond hadden wij inmiddels de Servisch-Roemeense grens overgestoken en was het tijd voor Timisoara! Het enthousiasme daalde snel toen bleek dat we ’s avonds in het donker in de stad stonden en alle normale hostels volgeboekt bleken te zijn. Met behulp van een vriendelijke Roemeen en drie taxi’s belanden we uiteindelijk voor een donkere vrijstaande villa, wat uiteindelijk het mooiste hostel bleek te zijn dat ik ooit heb gezien. Behalve ons slaapplaatsprobleem losten ze ook ons hongerprobleem op (het was inmiddels 23:00 uur) doormiddel van een barbecue in de tuin. Met behulp van een liter palinka mondde deze nachtelijke barbecue in oktober al gauw uit in een spontaan huisfeest dat doorging tot in de late uurtjes. De volgende ochtend werden we gewekt door de zon die uitbundig scheen. De rest van de dag hebben we dan ook vooral doorgebracht met een combinatie van rondwandelen, terrasjes pakken en een beetje luieren in de zon. Niets herinnerde ons aan het feit dat we zomer officieel al lang achter ons hadden gelaten. ‘s Avonds werd het tijd om het nachtleven een beetje te verkennen, maar dat bleek op maandag niet zoveel voor te stellen. Gelukkig kende iemand uit onze groep een Italiaanse Erasmus student in Timisoara, die ons naar de universiteitscampus bracht. Midden op de campus lag een soort kermisstraat met allemaal winkeltjes, cafeetjes en twee slechte clubs. Ook hier was het niet echt druk maar desondanks hebben we ons prima vermaakt. Vooral de latin night in een van de clubs was een groot succes. Alle slechte Spaanstalige muziek van de afgelopen 30 jaar kwam voorbij, en onder aanvoering van de Spanjaarden namen we met z’n negenen de gehele dansvloer in beslag terwijl we alle teksten fonetisch mee blèrden. Een paar uur later begonnen we al aan onze laatste dag waar we vooral van het Roemeense nazomerweer hebben genoten. Een lastige taalprobleem met de baliemedewerkster voor internationale tickets hebben we na pogingen in minstens vijf vreemde talen uiteindelijk in het Hongaars weten op te lossen, waarna we op de trein stapten die ons na een geslaagde trip weer veilig terug naar huis bracht.

Hol Laksz? a Budapesten!

Hier in Hongarije is het academische jaar inmiddels officieel ‘begonnen’, dus er is weer een hoop gebeurd! Maar om (vooral ook voor mijzelf) het overzicht er nog een beetje in te houden zal ik weer even beginnen waar ik de vorige keer geëindigd ben.

Direct na afloop van de taalcursus ben ik samen met een Duitse en twee Nederlanders de trein ingesprongen richting Kroatië. Wat in eerste instantie begon als een weekje strandvakantie mondde al snel uit in volwaardige rondreis door het land! De eerste bestemming was Zadar, een mooi stadje aan de kust. Helaas begon de maand feesten in Boedapest zich daar een beetje op te breken, wat resulteerde in een flinke keelontsteking. Nadat zelfs ademen heel veel pijn ging doen, ontkwam ik er niet aan om naar een dokter te gaan (iets dat overigens veel gemakkelijker klinkt dan het is…). Het kostte mij uiteindelijk een halve dag, 2 ziekenhuizen, 1 spontaanbezoekje aan een operatiekamer, een eerstehulppost, uren wachten in een wachtkamer met ruziënde Kroaten en drie doctoren om een eenvoudig doktersreceptje voor antibiotica te krijgen. Gelukkig hielp de antibiotica al na een paar dagen, maar het betekende wel dat alcohol en zonlicht de rest van de vakantie voor mij taboe waren. In eerste instantie was dat wel even balen, maar achteraf denk ik dat dat het beste was wat me toen had kunnen overkomen. Na een slopend schooljaar in Utrecht en een geweldige maand in Boedapest, had ik echt even een weekje complete rust nodig. En dat is precies wat ik de rest van de week gedaan heb; veel lezen, slapen, luieren aan het strand en een beetje ontspannen sightseeing. Na twee dagen Zadar hadden we het er wel een beetje gezien en besloten we door reizen naar Split, waar we weer een paar dagen gebleven zijn. Vervolgens hebben we de kust verruild voor het bergachtige binnenland en zijn we naar de Plitvlice Meren geweest. Ondanks dat het weer zich niet echt van z’n beste kant liet zien en wij daar qua bepakking niet echt op berekend waren (lees: 15 graden en regen zonder jas of dichte schoenen) hebben we twee hele dagen gewandeld en ons laten verbazen door al het moois om ons heen. Na de meren was het alweer tijd voor onze laatste stop; Zagreb. Na twee daagjes dwalen door de stad en een poging ons in de Balkanoorlogen te verdiepen waren de tien dagen alweer om en begon de terugreis naar Boedapest. Van te voren was ik een klein beetje bang dat het raar zou zijn om weer terug te komen in Boedapest vanaf een vakantieadres, maar niets was minder waar. We werden gelijk opgewacht door vrienden van de taalcursus en omdat ik nog geen kamer had was er ook al een hele logeerplaats voor mij ingericht. Het voelde echt als thuiskomen!

Eenmaal terug in Boedapest werd het echt tijd om de zoektocht naar een kamer een tandje bij te zetten, en met succes. Precies één dag voor het begin van het semester heb ik een kamer gevonden op een van de allerbeste plekjes van Boedapest!!! Ik woon er inmiddels al een paar dagen en kan het nog steeds niet geloven. Het is in een prachtig pand en ligt midden in het centrum van de stad (voor alle google mapsfans: 1053 Budapest Magyar Utca 30). Het huis licht tegenover een parkje en er zijn overal leuke winkeltjes, cafeetjes en restaurantjes. Ik deel het huis samen met David (Nederlander), een Alex (Zweedse) en Alex (Australische) die, net als ik, allemaal aan de Eötvos Lórand University studeren. Veel tijd om te verhuizen had ik echter niet, want de volgende dag begon gelijk de introductie.

‘s Ochtend werden we allemaal opgewacht in een zaaltje waar ons niet heel veel meer verteld werd dan dat we alles zelf moeten regelen en uitvinden. Wat betreft het organisatietalent heb ik dan ook echt het idee dat ik ergens in subtropisch Afrika ben beland in plaats van een land binnen de Europese Unie. Niemand weet iets, niemand snapt iets en vrij essentiële zaken als een definitief cursusaanbod of starttijden zijn vaak lastig tot niet beschikbaar. Het zal dus nog eventjes duren totdat ik echt zeker weet welke cursussen ik dit semester zal volgen. Ondanks dat dat soms een beetje ongemakkelijk is, kan ik er wel om lachen. Ik denk dat het als Nederlander ook zeker geen kwaad kan om je een beetje aan te passen aan deze nonchalante en meer ontspannen leefwijze, want uiteindelijk komt alles hier toch wel op zijn pootjes terecht;) Wat betreft de medestudenten zit het hier in elk geval goed. Mede doordat ik al veel mensen kende van de taalcursus is er elke nacht wel weer een ander feestje of activiteit waar je weer nieuwe mensen tegenkomt. De mensen komen weer overal vandaan maar op de universiteit is er wel een oververtegenwoordiging van Nederlanders en Duitsers. Ik blijk zelf overigens een iets minder Nederlandse hoofd te hebben dan ik dacht. Ondanks dat ik er door de meeste Nederlanders wel direct uitgepikt wordt, ben ik verder al aangezien voor Canadees, Zweed, Duitser, Pool, Tsjech, Spanjaard, Italiaan, Joegoslaaf, Zwitser, Deen, Zuid Afrikaan en Australiër :P

Ondanks dat ik nog niet veel lessen heb gehad, begint mijn dagelijkse leventje hier inmiddels echt een beetje vorm te krijgen. Ik doe mijn boodschapjes op de grote markt hier om de hoek, kan mijzelf inmiddels zonder handen in balans houden in elke vorm van openbaar vervoer, brabbel steeds meer woordjes semi-Hongaars en wordt door toeristen al af en toe naar de weg gevraagd. Gisteren kreeg ik plotseling mijn maandelijkse sportieve opwelling en besloot ik een rondje rond mijn huis hard te gaan lopen. Terwijl ik de Liberty Bridge overstak en een uitzicht had over de hele stad, besefte ik dat dit nu echt mijn stad is, en betrapte ik mijzelf erop dat ik (ondanks de combinatie ik+hardlopen) een glimlach op me gezicht kreeg die de rest van de dag is gebleven. Ik vermaak me hier prima en kijk ontzettend uit naar alles wat ik de komende maanden nog in deze stad ga beleven!

Björn

p.s. Iedereen die hier in de buurt is of wil komen, laat maar ff weten;)

Boscánat, besélsz angolul?

Hoi allemaal!

Hier eindelijk weer een teken van leven uit Boedapest. De tijd is echt voorbijgevlogen, want ik realiseerde me net pas dat ik hier al een maand ben! Het is alweer even geleden sinds mijn eerste berichtje, dus zal ik het bij een beknopte samenvatting van de afgelopen drie weken houden;)

Zoals ik al zei zijn de afgelopen echt in sneltreinvaart voorbij gevlogen. Vandaag was alweer de laatste dag van de Hongaarse taalcursus. Na een mondeling en schriftelijk tentamen (gisteren), heb ik vanmiddag mijn officiële certificaat ontvangen, waarop staat dat ik de cursus ‘excellent’ heb afgesloten! Helemaal vanzelf is dat niet gegaan, want ik blijf erbij dat het een hele vreemde taal is. Volgens onze lerares was het leren van Hongaars ongeveer gelijk aan het leren van Chinees of Arabisch omdat je als gewone Europeaan (op het alfabet na) geen enkele aanknopingspunten hebt vanuit andere talen. Of het echt waar is weet ik niet, maar tijdens het leren van Hongaars heb ik wel voor het eerst wat aan de 4 jaar oud Grieks op de middelbare school gehad, en begrepen waarom dat heb moeten leren. Ondanks dat Hongaars inhoudelijk niets met oud Grieks gemeen heeft, kent het Hongaars geen vaste woordvolgordes en gebruiken ze ontelbaar ook vele uitgangen. Bijvoorbeeld een woordje als ‘met’ bestaat niet, maar wordt duidelijk gemaakt door de uitgang –val/vel achter een woord te plakken. Op zich is dat niet zo’n probleem, ware het niet dat ze werkelijk overal een uitgang voor gebruiken, wat leidt tot oneindige vervoegingen, lange woorden en onbegrijpelijke zinnen. Mijn excellente score betekent dan helaas ook niet dat ik in volzinnen gesprekken met de locals kan voeren. Afrekenen in de supermarkt of een biertje bestellen aan de bar lukt, maar zodra de caissière blijkt te vragen of ik er een tasje bij wil moet ik toch nog mijn meest gebruikte zinnetje gebruiken; ‘Boscánat, besélsz angolul?’ (Sorry, spreekt u Engels?)

Maar zoals mijn vorige verhaaltje ( en de foto’s op Facebook) waarschijnlijk al doen vermoeden heb ik de afgelopen weken veel meer gedaan dan Hongaars leren. Ik verbleef hier met een ontzettend leuke groep mensen uit heel Europa en gezamenlijk hebben we een hoop georganiseerde en spontane dingen gedaan. Dat liep uiteen van lezingen over de (recente) geschiedenis van het land, het leren van de traditionele volksdansen, wijnproeverijen, films en het verkennen van de leukste clubs en cafés in de stad. Het tweede weekend hebben we ook gratis een hele dag Sziget bezocht. De dag was zo’n succes dat ik met een paar anderen op zondag ben terug gegaan en de hele dag op het festival heb doorgebracht. Dat was echt super leuk. Afgelopen weekend hebben we het Balatonmeer bezocht waar we na wedstijdje ‘Wie verbrandt het snelst’ een échte wijnproeverij op een wijngaard aan het meer hebben meegemaakt. In tegenstelling tot het wijnproeven zoals ik dat ken, werd de wijn hier niet uitgespuugd. Onder invloed van de hitte en een gebrekkige lunch leidde dit tot een gezellig geheel waarbij zelf de meest schuchtere Japanse meisjes de tijd van hun leven hadden. Afgelopen maandag was ook echt een hoogtepunt toen hier de nationale feestdag werd gevierd. De hele dag werd er al van alles georganiseerd van traditionele markten in het Kasteel in Buda tot een grote vliegshow boven de Donau. ’s Avonds kwam alles letterlijk en figuurlijk tot een spetterend einde met een enorme vuurwerkshow langs de rivier, die mij nog het meeste deed denken aan oud & nieuw in Londen. Vanwege de enorme drukte moesten we al 3 uur voor het begin van de vuurwerkshow een plekje op het spoor langs de rivier bemachtigen vanwaar we een geweldig uitzicht op het vuurwerk hadden met het Kasteel in Buda op de achtergrond. Mijn glimlach was dan ook de rest van de avond niet meer van mijn gezicht af te slaan.

Doordat ik hier inmiddels al een tijdje rondloop door de stad voel ik me nu al veel meer dan een toerist. Vooral tijdens Sziget was het grappig toen ik constant op straat of in de Metro werd aangesproken; ‘Ekskjoes me, Doe yoe speak english?’ en vervolgens in het Nederlands mensen naar de leukste plekjes van de stad kon sturen. Het enige wat mij op straat echt nog als Nederlander verraad is het feit dat ik hier het grootste deel van de tijd in zwembroeken over straat loop. Want met non-stop 30-35 graden en een paar uitschieters tot 40 graden is zomerkleding in combinatie met twee keer per dag douchen en omkleden geen overbodige luxe. Alleen tijdens het weekend van Sziget is het een paar daagjes wat kouder geweest (Lees: 24 graden) en was iedereen gelijk op zoek naar zijn lange broeken en vesten.

Ik heb hier op het taalinstituut echt 4 geweldige weken beleeft en ben er stiekem een beetje treurig om dat er nu een einde aan is gekomen. Maar eigenlijk is dat nergens voor nodig, want de meeste mensen blijven komend half jaar ook in Budapest en degenen die in andere steden gaan studeren gaan we zeker opzoeken! Daarnaast begint het eigenlijke echte studeren pas over anderhalve week en was dit gewoon allemaal ‘extra’. De zoektocht naar een kamer is helaas nog niet geslaagd en ik moet ik waarschijnlijk tot het begin van het semester wachten totdat ze ook wat meer via mijn faculteit gaan aanbieden. Maar echt veel tijd om daar over in te zitten heb ik niet, want zondag ga ik Boedapest een dag of 10 verruilen voor de Kroatische kust!!! Zondagochtend vertrekt ik met een paar andere studenten naar Zagreb (open treinretourtje E 30,-!!!) en vanaf daar gaan we lekker een weekje verder genieten en Kroatië verkennen!! !

Groetjes

Björn

Sziá

Ondanks mijn bedenkingen ga ook ik maar een poging wagen om heel af en toe een blog bij te houden. Van te voren leek het me een beetje overdreven, maar ik merk nu al na een paar daagjes Budapest dat ik veel te veel te vertellen heb, en veel te weinig tijd om het te delen!

Afgelopen zondag is mijn avontuur eindelijk van start gegaan! Ondanks het vele afscheid nemen in de laatste paar weken, was het nog steeds niet echt tot mij doorgedrongen dat ik voorlopig niet meer in Nederland terug zal komen. Ik was dan ook totaal niet zenuwachtig, al werd ik wel een beetje nerveus van het feit dat ik zelfs op het vliegveld nog steeds niet zenuwachtig was. Na een laatste keer afscheid nemen vertrok mijn vliegtuig naar Budapest, waar ik dus het komende half jaar zal verblijven. Met twee volgestouwde koffers kwam ik aan, waarna ik voor een nachtje naar een hostel ben gegaan. ’S Avonds heb ik al een klein rondje door de stad gelopen, maar veel tijd voor sightseeing was er niet omdat ik de volgende ochtend al om 9 uur op het taalinstituut werd verwacht.

Onder barre omstandigheden ( lees: 35 graden en het ontbreken van liften) ben ik de volgende ochtend naar het taalinstituut gegaan. Omdat het traplopen met koffers toch iets langzamer ging dan gepland was ik nog bijna te laat waardoor ik badend in het zweet mijn eerste kennismaking met wat medestudenten had. Het Balassi instituut is een soort vreemde combinatie van een museum, een bibliotheek, een kantoorgebouw, een school en slaapkamers door elkaar heen en ligt heel mooi op een heuvel in het rijkere gedeelte van de stad. Met de (nacht)bus ben je binnen 5 minuutjes midden in de binnenstad. Nog voordat ik mijn koffers naar mijn kamer kon brengen en doorhad waar ik eigenlijk was beland begon al direct mijn eerste Hongaarse les. De taal lijkt echt helemaal nergens op en heeft nog het meeste weg van een mengeling van Zweeds, Turks en een Slavische taal. Vanaf dag 1 vliegen onuitspreekbare woorden als Viszontlátásra (tot ziens), Magyarország (Hongarije) en Köszönöm (dank je) me om de oren, maar gelukkig is mijn niveau net zo laag als dat van de rest en liggen we de helft van de tijd dubbel van het lachen. In totaal zijn er een stuk of 70 studenten waarvan er ongeveer 30 net als ik Erasmus studenten zijn. Tot mijn grote verbazing komen de mensen echt overal vandaan… Amerikanen , Chinezen, Russen tot zelfs een jongen uit Brazilië en eentje uit Venezuela. Mijn eigen Erasmusklasje is heel gezellig en bestaat uit een bont gezelschap van 3 Nederlanders, een Duitse, 2 Spanjaarden, een Engelsman, een Noor, een Poolse, een Litouwse, een Turk en een Mongoolse.

De lessen duren elke ochtend van 09:00 tot 12:30 en vinden plaats in een leslokaal dat ongeveer 25 stappen van mijn slaapkamer is verwijderd. De slaapkamer deel ik met een Portugees en heeft een geweldig uitzicht op het grote kasteel en de rest van Buda. De eerste vrije middagen stonden vooral in het teken van het regelen van praktische zaken zoals het regelen van een simkaart (mijn nieuwe nummer is +36 303468634), het kopen van een maand Ov (voor 13 euro!) en het kopen van lakens. Vooral dat laatste bleek een onmogelijke opgave te zijn, want ondanks dat de stad bezaaid is met grote winkelcentra werden er nergens lakens verkocht. Uiteindelijk moest er een tripje naar Ikea aan de pas komen, om ze toch te vinden. De afgelopen dagen was het echter vooral genieten tijdens de georganiseerde en spontane uitstapjes. Zo hebben we al een drankmuseum, de citadel, het parlement, een zwembad en wat toeristische hoogtepuntjes bezocht. Ook ’s avonds en ’s nachts werd de stad tot iets voor het begin van de lessen verkend.

Voor de komende weken staat er nog een bomvol programma voor ons klaar. Terwijl er in de weersvooruitzichten non-stop zomerweer wordt voorspeld gaan we in ieder geval volgende week zaterdag (gratis) naar Sziget en nog een hele dag naar het Balatonmeer. Ik heb het hier echt onwijs naar me zin en zie er dan ook naar uit om vanaf volgende week ook op zoek te gaan naar mijn eigen kamer in Budapest!